In 2006 liep een straatjongen een politiebureau binnen. Hij vroeg hulp en wilde graag naar school. De jongen heette Thomas Omondi. Hij had een alleenstaande moeder die veel ziek was en niet voor haar kinderen zorgde. Thomas had een zusje, Jane, met wie hij door de straten dwaalde om eten te zoeken om haar te voeden. Het leven was zwaar omdat de straten vol misdaad en ontberingen zijn. Wat hij nodig had, was onderwijs. Hij beloofde hard te werken om zijn droom – werken in een hotel – waar te maken. Hij hield van hotels, omdat hij daar vaak voedsel vond dat weggegooid werd.
De politieagent die belast was met kinderzaken nam contact op met verschillende weeshuizen. Echter allen weigerden Thomas op te nemen omdat hij een straatjongen was. Straatkinderen kunnen vaak moeilijk integreren met kinderen die zijn opgegroeid in normale gezinnen of kindertehuizen. Ze zijn niet gewend zijn aan regels en gezag. Sommigen zijn zelfs vergiftigd vanwege het gebruik van veel medicijnen of drugs.
We kregen het telefoontje en besloten hem een kans te geven. In het begin was Thomas een hele rustige en oplettende jongen die veel op zichzelf bleef. Geleidelijk ontdekten we dat hij stotterde.. Dit gaf hem een zeer laag zelfbeeld, maar hij hield van lezen. Hij maakte een paar vrienden en deed het goed op zijn nieuwe school. Hij werkte hard en ging later vanwege zijn goede prestaties naar een goede middelbare school. Hij hield van voetbal en speelde in het schoolteam.
Twee jaar geleden trad hij toe tot een van de beste Hotel Management Colleges en is afgestudeerd als chef. We zijn erg trots op hem en zijn vertrouwen in wat hij kan doen.
We hebben een zeer sterk team van oudere kinderen gevormd die we begeleiden. Op deze foto zit een groep van enkele van onze jongeren te lunchen in het hotel waar Thomas werkt.